Eerst even de (schokkende) cijfers op een rijtje. De onderwijssector heeft de twijfelachtige eer ‘kampioen burn-outklachten’ te zijn. Waar het gemiddelde van de beroepsbevolking in 2019 op 17% lag, is dat 27.4% in het onderwijs, ruim boven juristen (22.7%) en sociale werkers (21.1%). In het voortgezet onderwijs en mbo is het met 31.9% zelfs nog erger dan in het basis-, en hoger onderwijs, met respectievelijk 27.3% en 24%. Daarbij zien we de laatste jaren geen af-, maar een toename (zie Figuur 1). Hieronder beschrijven we de oorzaken en een plan van aanpak aan de hand van recente wetenschappelijke literatuur en gesprekken met docenten en schoolleiders.
Figuur 1: Ontwikkeling burn-outklachten tussen 2014 en 2019.
Bron: TNO, Nationale Enquete Arbeidsomstandigheden
Waar komen stress en burn-outklachten in het onderwijs vandaan?
Je hoeft niet lang te zoeken in de literatuur om een hele rits aan stressoren (oorzaken van stress) te vinden die verklaren waarom stress en burn-outklachten zo veel voorkomen in het onderwijs. Om een overzichtelijk beeld te krijgen hebben we een lijst opgesteld van de belangrijkste stressoren (zie Tabel 1) in het onderwijs op basis van vier recente meta-analyses (wetenschappelijke onderzoeken over een berg andere onderzoeken; Iancu et al., 2018; García‐Carmona et al., 2018; Polatcan et al., 2018; Park & Shin, 2020). Omdat het jargon in de wetenschappelijke literatuur vaak abstract is zijn, we het gesprek aangegaan met 20 docenten, leerkrachten en schoolleiders uit het primair en voortgezet onderwijs over vitaliteit. Hun quotes hebben we gekoppeld aan de stressoren uit de wetenschappelijke artikelen. Hierdoor ontstaat een beeld bestaat van het verhaal achter de cijfers en het jargon.
Tabel 1: Beschrijving van de belangrijkste stressoren in het primair en voortgezet onderwijs beschreven in meta-analyses met voorbeelden van docenten, leerkrachten en schoolleiders uit het primair en voortgezet onderwijs.
Bronnen: Iancu et al., 2018; García‐Carmona et al., 2018; Polatcan et al., 2018; Park & Shin, 2020.
Bij het lezen van de tabel is het ten eerste belangrijk om op te merken dat stress en burn-outklachten persoonlijk en subjectief zijn. Stress en burn-outklachten ontstaan uit een disbalans tussen draagkrachten en draaglasten (Figuur 2). Wat voor de één een last is, zoals gesprekken met ouders en meetings, kan voor de ander een kracht zijn, doordat de gesprekken een persoonlijke behoefte naar sociaal contact vervullen. In de tabel komt die subjectieve nuance niet goed naar voren omdat wetenschappelijk onderzoek naar stressoren in het onderwijs is gebaseerd op grote groepen gemiddelden. Ten tweede is het belangrijk om op te merken dat de stressoren kunnen samenhangen en dat ze elkaar kunnen beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld een hoge werkdruk ervaart dan beïnvloedt dat hoe goed je met emotioneel belastende situaties kan omgaan en dat kan er weer voor zorgen dat je je minder capabel voelt (het beïnvloedt je zelfeffectiviteit, zie Tabel 1). En als je storende leerlingen kan dat iets doen met je emotionele belasting, maar ook met de werkdruk, omdat je door de interrupties je werk minder goed afkrijgt.
Figuur 2: Stress ontstaat door een disbalans tussen draaglasten en draagkrachten.
Hoe kun je stress en burn-outklachten op jouw school verminderen? Oftewel, hoe worden scholen vitaal?
De wetenschappelijke aanpak voor gedrags- en cultuurverandering richt zich doorgaans op drie stappen: 1. meten of inventariseren, 2. verbeteren, 3. waarborgen.
- Meten van stress, burn-outklachten en andere factoren die onder de psychosociale arbeidsbelasting vallen
Omdat stress en burn-outklachten subjectief zijn, mensen op verschillende manieren last kunnen hebben van stress en de ernst van de klachten kan verschillen, is het eerst belangrijk te meten waar je collega’s staan. Het periodiek inventariseren van de psychosociale arbeidsbelasting is wettelijk verplicht en het is ook de voornaamste suggestie die ArboNed meegeeft als het gaat om het aanpakken van stress. Toch hebben veel van de door ons geïnterviewde leerkrachten zo’n inventarisatie nog nooit meegemaakt. Zo geeft Paulien aan; “Het gaat niet over vitaliteit op scholen. In 30 jaar onderwijs op het VO en PO heb ik nog nooit een vragenlijst of test gehad”. Ook Henk, inmiddels met pensioen, vertelt ons dat hij na 50 jaar op een school te hebben gewerkt, nog nooit bevraagd is over vitaliteit. Noël heeft wél een keer een vragenlijst moeten invullen voor het inventariseren van de psychosociale arbeidsbelasting op haar school. Maar dat beviel haar allerminst. “Het duurde wel 20 minuten om alle vragen in te vullen, terwijl ik in een gesprek van 5 minuten precies kan aangeven waar de zere plekken liggen bij mij op school.”
Toch raden wij aan om even rustig de tijd te nemen, omdat wetenschappelijk betrouwbare vragenlijsten een zo objectief mogelijk overzicht geven van de behoefte binnen een school. Stressklachten zijn persoonlijk, en vaak pas zichtbaar als het te laat is. Niet alle docenten kunnen dit dus eenvoudig verwoorden binnen 5 minuten. Verder kun je door te meten een goed beeld krijgen van waar personeelsleden of teams staan ten opzicht van andere collega’s of teams en waar hulp het meest prangend is. Verder kun je met vragenlijsten ook goed een beeld krijgen van de effectiviteit van interventies. Veel organisaties betalen voor trainingen of interventies zonder goed te inventariseren wat ze opleveren.
Als je een voorproefje wilt van hoe zo’n meting eruit ziet, doe dan hier onze gratis quickscan. Bij de quickscan ontvang je ook een voorbeeld van een persoonlijk rapport. Als je meer verdieping wilt over het onderwerp vitaliteit en hoe je daar aan de slag mee kunt gaan in je organisatie, lees dan hier onze whitepaper.
- Verbeteren van de vitaliteit
Door het in kaart brengen van de psychosociale arbeidsbelasting wordt duidelijk wat de aandachtspunten zijn waarop scholen zich moet richten om vitaler te worden. Vervolgens is het belangrijk om via gerichte interventies de vitaliteit te verbeteren. Het is hierbij belangrijk om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de individuele stressoren van de docent of leerkracht. Dat via bijvoorbeeld via (online) trainingen of coaching. Als het gaat om zorgelijke stress en burn-outklachten is coaching het primaire hulpmiddel dat ingezet moet worden (Rogier, 2016). Bij preventie zijn (online) trainingen al voldoende.
Omdat de behoeften verschillen is het kostenefficiënte stepped care principe aan te raden. Dit staat voor ‘getrapte hulp’. Door de persoonlijke behoeften van je collega’s te meten wordt duidelijk dat de meeste van je collega’s geen hulp nodig. Daarnaast is er een groep die gebaad is bij een (online) trainingsreeks. En slechts een kleine groep heeft actieve hulp nodig van een coach of psycholoog NIP* (*NIP staat voor het keurmerk van het Nederlands Instituut voor Psychologen). Hier moet de tijd voor worden genomen, korte en eenmalige interventies zijn doorgaans ineffectief (Iancu et al., 2017).
We willen hier ook nog wijzen op het belang is van preventie. Vaak springen we pas in de bres als het leed al geschied is en juist dat brengt enorme kosten met zich mee. Een collega met een burn-out kost een organisatie al snel een ton per jaar (PsyNed). Daarbij komt er door uitval van collega’s nóg meer werkdruk te liggen op de schouders van de andere docenten. Voorkomen is dus nog altijd beter dan genezen. In het rekenvoorbeeld hieronder laten we zien dat je met een preventief stepped care principe flinke kosten kunt besparen.
Een rekenvoorbeeld…
Stel we nemen een gemiddelde school die serieus werk wil maken van vitaliteit. Een gemiddelde school heeft 129 docenten (NJi, 2020), waarbij 27,4%, ongeveer 35 van de medewerkers, stress of burn-outklachten ervaren (TNO, 2020). Met coaching kunnen we verwachten dat:
- Bij grofweg 70% van deze 35 docenten de vitaliteit toeneemt (Theeboom et al., 2013).
- Bij minimaal 5% van deze 35 docenten een burn-out voorkomen kan worden (Salminen, 2021).
De kosten voor een verbeteringstraject waarin meten (vooronderzoek, rapportage), verbeteren (trainingen en individuele coaching door gedragspsychologen) en gewoontevorming (waarborgen van de verbeteringen) worden opgenomen bedragen door het stepped care principe €310 per werknemer.
Daar tegenover staan twee flinke besparingen:
- Het voorkomen van ten minste één burn-out zorgt voor een besparing van €100.000 (PSyNED).
- (35 docenten*0,05%)*€100.000 = €175.000
- Een verwachte besparing van €1706 per werknemer door toegenomen vitaliteit (Van Steenbergen et al., 2015). “Een lichte toename in vitaliteit kan de totale kosten per docent laten afnemen met €1706”.
- (35 docenten*0,70%)*€1706 = €41.797
Vervolgens kunnen we uitrekenen wat de preventieve investering oplevert:
- €175.000 + €41.797 = €216.797
- €216.797 – (129 docenten * €310) = €176.807 besparing.
Oftewel een ROI van meer dan 500%. Dit is exact in lijn met onderzoek dat laat zien dat de ROI van coaching 500% is (Hampson & Siegel, 2017).
- Focus op gewoontevorming voor een duurzame oplossing
Alle scholen hebben weleens geïnvesteerd in docentenprofessionalisering met workshops of trainingen. Als we de leerkrachten uit deze training een paar weken later vragen of ze hierdoor anders zijn gaan lesgeven is het antwoord vaker ‘nee’ dan ‘ja’. Trainingen zijn vaak inspirerend, maar leiden niet per definitie tot duurzame verbetering. Dit komt doordat van het nieuwe gedrag geen gewoonte wordt gemaakt. Gewoontevorming is dan ook de sleutel naar het verbeteren van de vitaliteit.
Gewoontes zijn gedragingen waar je niet meer over na hoeft te denken. Het merendeel van ons gedrag bestaat uit gewoontes, zo’n 55% (Neal et al., 2006). En dat is maar goed ook, anders zouden onze handelingen te veel energie kosten. Helaas is het makkelijker om een slechte gewoonte te ontwikkelen dan een goede. Zo ontstaat bij stress en werkdruk de neiging om nog harder te gaan werken en pauzes over te slaan. Gevolg: aan het einde van de dag is er geen energie meer over voor iets ontspannend. Wanneer zo’n patroon erin sluipt, neemt de stress en vermoeidheid geruisloos toe.
Na workshops en trainingen is het belangrijk om écht aan de slag te gaan met het gewenste gedrag. Om die reden heeft Neuro Habits een methode ontwikkeld die mensen helpt om gewoonten te vormen en te doorbreken: de 7-STAPPEN-methode. Deze methode is volledig gebaseerd op de meest recente inzichten uit de wetenschappelijke literatuur over gedragsverandering. Wij helpen honderden medewerkers van verschillende onderwijsinstellingen met het in kaart brengen van en het verbeteren van hun vitaliteit, zoals het Amsterdam UMC en ECHT Onderwijs.
Tot slot
Kortom, investeren in vitaliteit is hard nodig als we kijken naar de cijfers van stress en burn-out klachten in het onderwijs. Bovendien is een investering in gezonde werknemers er eentje die zichzelf terugbetaald. Ons team gedragspsychologen maakt serieus werk van vitaliteit door gedragswetenschap in te zetten. Wil je meer weten over hoe wij dat doen? Lees dan hier onze whitepaper. Direct een online gesprek inplannen met een van onze gedragspsychologen kan ook. Voel je vrij dit te doen, ook als je alleen even de situatie bij jou op school wilt bespreken. Je krijgt dan direct een Zoomlinkje.